Licht en luchtig, de Nederlandse spiraal of « Dutch spiral » (En.) heeft de structuur van de buisvormige peyote, maar heeft één van de kanten die in losse lussen valt. Maak een smalle lussen versie voor overdag en een adembenemende opvallend brede voor de avond.
De uitdaging:
- Het draad pad en het kleurenschema van de “Dutch spiral” begrijpen. In tegenstelling tot de peyote spiraal is de volgende kraal die je opneemt steeds in de kleur van de kraal waar je net doorheen ging.
Opmerkingen:
- de lengte van de losse lussen kun je naar believen variëren en dus kan je geleidelijk van klein naar groot en omgekeerd werken
- bovendien kan je kiezen voor een wijder of smaller ingenaaid « vast » deel.
Benodigdheden voor een Nederlandse spiraalketting:
- naald en draad
- schaar en kralen mat
- Voor het “vast” ingenaaide deel:
- 4 mm ronde Tsjechische facetkralen
- rocailles in maat 8/0
- rocailles in maat 11/0 in twee kleuren : vaste 11/0 A en vaste 11/0 B
- Voor de losse lussen:
- rocailles in maat 11/0 : losse 11/0
Weefinstructies voor een taps of in een 1 punt toelopende “Dutch spiral”:
- om een tapse punt te vormen doen we de losse 11/0 “groeien”, daarom rapen we in elke ronde een extra losse 11/0 op (ronde 1 = 1 losse 11/0, ronde 2 = 2 losse 11/0, ronde 3 = 3 losse 11/0 enz.)
- maak daarom in het kleurenschema dat je wil aanhouden groeiende hoopjes zodat je probleemloos kunt werken
- om je eerste ronde te maken:
- neem een goede lengte draad, raap 1x 4 mm kraal, 1x rocaille 8/0, 1x vaste 11/0 A, 1x vaste 11/0 B en 1x losse 11/0 op
- ga een tweede keer doorheen alle kralen en ga doorheen een extra kraal om een cirkel te creëren
- Je eindigt dus met een 4 mm kraal
- tweede ronde:
- *raap 1x 4x4 mm op, ga door de 8/0 en trek aan zodat de nieuwe kraal half tussen de vorige 4 mm en de 8/0 komt te liggen
- je eindigt met een 8/0 dus raap je een 8/0 op, ga je door de volgende 11/0 A kraal en trek je de draad aan
- je eindigt met een 11/0 A dus raap je een 11/0 A op en ga je door een 11/0 B
- je eindigt met een 11/0 B dus raap je een 11/0 B** evenals 2 losse 11/0 op
- aangezien deze laatste kralen de lus vormen, ga je de losse 11/0 van de vorige ronde voorbij, maak je bovendien een opstapje en ga je doorheen de tweede 4 mm kraal
ZIE - deel 2